Eerst kwam de loodgieter door de deur
om de douche-badkraan te repareren. Ik hoopte al dat hij kwam. De
aannemer had er al iets over losgelaten. De loodgieter vertrok naar
de badkamer en stelde vast: het is geen douche-badkraan, maar een
bad-douchekraan. Kennelijk iets heel anders en zeker niet op
voorraad. Gelukkig testte hij het probleem nog even en met zijn
magische aanwezigheid bleek het euvel al verholpen. Ik kreeg nog een
instructie over kalk verwijderen en de loodgieter ging exit.
Even later hoorde ik opnieuw stemmen in
de hal. De timmermannen van de aannemer waren aangekomen. IJverig
gingen ze aan de slag en lichtten de deur uit zijn hengsels. Een
gewichtig karwij. Ondertussen kwam mijn moeder binnen om mij te
helpen in de badkamer. Daarna zouden we een kopje koffie drinken.
Met de warme geurige drank op tafel
arriveerde Sarah. We hadden afgesproken om een serieus gesprek te
hebben met de bank. Soms hebben instanties wat druk nodig om te
begrijpen wat je wilt en in dit geval krijgen we het gevoel een hele
kudde olifanten te moeten overtuigen. Heel uitdagend...
Op het moment dat Ati weer is
vertrokken, er een complete werkplaats is ingericht voor de voordeur
of eigenlijk voor het gat van de voordeur en Sarah en ik de wachtrij
doorstaan bij de bank, staat er opeens een wild vreemde vent in mijn
huis. Ik ben wel wat gewend en ik vraag vriendelijk wat hij komt
doen. Hij stelt zich voor al een medewerker van Meijra en zoekt
mevrouw Poortman. Daarbij kijkt hij verwachtingsvol naar Sarah die
stralend zegt: “Dat ben ik.” “Ik ook,” voeg ik er vriendelijk
aan toe. Ik laat de man even in verwarring en neem dan het
initiatief. Ik heb geen afspraak met Meijra. Hij is een beetje in de
war, kijkt in zijn papieren, rommelt wat en laat mij een papier zien.
Hij zegt: “Euh nee, geen afspraak, maar hier staat dat ik het moet
proberen.” Inderdaad staat er op een papiertje mijn naam en met pen
het woord 'proberen'. Hij heeft geluk, want de deur stond al open. Ik
zeg het dit en vraag hem mij te zeggen wat hij wil. Hij probeert mij
uit te leggen wat hij komt doen, maar weet het zelf eigenlijk ook
niet.
Sarah vertrekt met de wachtrij naar de
tuin en ik neem de tijd die man dan maar uit te leggen wat hij komt
doen. Er was iets met tilbanden en liften en veel vaagheden. Het is
maar goed dat ik ze op een rijtje heb.
Na ongeveer 20 minuten komt Sarah uit
de tuin. Ik kijk haar verwachtingsvol aan. Zij vertelt dat ze aan de
andere kant gezocht hebben naar de persoon die we wilde spreken, haar
niet gevonden hebben, maar de belofte geven dat ze terugbelt. Dat
heeft ze later trouwens inderdaad gedaan.
Ondertussen staat de Meijra-man nog te
meten en denken in de badkamer. Vlak voor het voordeurgat hoor ik een
zaag snerpen. Ik besluit de Meijra-man uit zijn lijden te verlossen
en leg heel rustig uit wat ik denk dat er moet gebeuren. Hij is het
met mij eens en ter plekke onderneemt hij actie. Dat lijkt de goede
kant uit te gaan. Na een telefoontje en aantekeningen legt hij uit
hoe het nu verder gaat. Als ik vraag om mij op de hoogte te houden
van de voortgang, kijkt hij mij vreemd aan. Ik kijk overtuigend terug
en geef hem mijn e-mail.
Na een tijdje en wat heerlijke
verfgeuren vertrekken de timmermannen ook. De rust is weergekeerd.
Bijna, want ik voel me nog wat fragmentarisch en verdeeld. Na een
half uur mag ik de deur dicht doen, want dan is de verf droog.
Mijn raad is als je geen gasten wilt,
zet dan je voordeur niet open. Ik zet de voordeur niet vaak open. Met
een ondernemende hond als Banjo is dat niet handig. Maar als de deur
openstaat, sta je verbaasd wat er allemaal binnenloopt. Dit verhaal
staat niet op zichzelf.
Liefs,
Simone