maandag 26 mei 2014

Tijden die veranderen?

Hieronder een stukje dat ik ergens diep in mijn vaste PC vond. Het is geschreven in juni 2004! Ik heb het toen gemaakt als bijdrage voor een protestantse kerkdag. Binnenkort volgt er een stukje dat ik onlangs geschreven heb. Het blijft één thema. 

De zorg van de overheid

De taak van de overheid is om te waarborgen dat alle burgers aanspraak kunnen maken op de grondrechten en mensenrechten. In een steeds complexer wordende maatschappij is de overheid de enige instantie die dat ook werkelijke kan. Dat de overheid zich nu terugtrekt onder het mom van het creëren van ruimte voor een minimale en noodzakelijk collectieve vorm van solidariteit is in mijn visie een zeer kromme redenering. De overheid is juist degene die voor deze minimale en noodzakelijke solidariteit moet zorgen.
Alle burgers dus ook de armen en gehandicapten kunnen en moeten hun steentje in de maatschappij bijdragen. De overheid schept daarvoor de kaders zoals het recht van vrijheid van (toegankelijkheid van) scholing, mobiliteit, religie, meningsuiting enzovoort. Daarbinnen kan de burger zich dan ontplooien eventueel met behulp van particulier initiatief en/of de diaconie.
Het valt mij op dat ik mij telkens opnieuw moet verantwoorden als ik mij in de maatschappij beweeg. Het is bijvoorbeeld niet vanzelfsprekend dat ik een baan heb én ambitie. Wekelijks wordt mij in de trein op weg naar mijn werk gevraagd waarom ik op zo’n regenachtige dag niet gewoon lekker knus thuis blijf. Terwijl ik net als mijn medemens mijn stem uitbreng tijdens verkiezingen, mijn belasting betaal en maatschappelijk verantwoord mijn vrijwilligerswerk doe, pas ik toch niet in het beeld van een ‘gewone’ burger. Ik ben een soort tweede categorie burger. Zo lang de overheid het niet op kan brengen om mij, en alle mensen zoals ik, te zien als volwaardige burgers blijft er een grote groep mensen die steeds afhankelijker wordt van (dure) hulp van buitenaf. Zij komen niet uit de vicieuze cirkel. Ik voel mij ook gevangen in die vicieuze cirkel. Omdat ik nauwelijks gebruik kan maken van het openbaar vervoer is het bijna onmogelijk om een baan te vinden. Omdat veel gehandicapten geen baan hebben is het niet nodig om het openbaar vervoer toegankelijk te maken. Pas op het moment dat een groep een maatschappelijk belang (geld inbrengt?) heeft, worden er door de overheid voorzieningen getroffen om dit belang te stimuleren of te handhaven.

Liefs,
Simone

Geen opmerkingen:

Een reactie posten